1. Zwem altijd rechts van de zwarte streep op de vloer
Zwem altijd rechts van de zwarte streep op de vloer, tenzij je met iemand afgesproken hebt om een baan te delen. Dan blijf je aan je eigen kant van de baan. Inhalen doe je aan de linkerkant, maar pas op voor tegenliggers.
2. Start nooit vlak voor iemand (een keerpunt ingaat of start)
Start niet vlak voordat een snellere zwemmer een keerpunt gaat maken. Wacht tot diegene het keerpunt heeft gemaakt en begin dan pas te zwemmen. Zo irriteer je de ander niet en word je ook niet zo vaak ingehaald
3. Keer links of in het midden
Maak je keerpunt in het midden van de baan of helemaal aan de linkerkant. Kijk voordat je naar links gaat opzij of je niet net op dat moment wordt ingehaald. Is er iemand aan het inhalen, blijf dan in het midden.
4. Pauzeer in de hoek
Pauzeren mag uiteraard, maar doe dat in de uiterste hoek van de baan en niet in het midden
5. Bepaal je baan op basis van snelheid
Let op met het zwemmen van verschillende slagen in een baan. Schoolslag zwemmen heeft in de breedte meer ruimte nodig dan borstcrawl en gaat in de meeste gevallen wat langzamer. Overleg eventueel met je medezwemmers.
6. Matig je tempo als je wordt ingehaald
Ga niet sneller zwemmen als je ingehaald wordt, dit is vragen om ongelukken.
7. Ga niet naast elkaar zwemmen als het druk is
Als er een baan leeg is ga je in die baan zwemmen. Ga nooit naast elkaar zwemmen bij grote drukte.